Overspanningsbeveiliging dient als gecoördineerd systeem geplaatst te worden. Dat wil zeggen dat deze bliksemtechnisch op basis van het EMC-zoneconcept geplaatst dient te worden in overeenstemming met de maximaal toelaatbare restspanning. Dit is afgestemd op de stoothoudspanning zoals omschreven in tabel 44.4 van rubriek 443.6.2 uit de NEN1010-2020.
Gecoördineerde overspanningsbeveiliging
NEN1010 443.6.2 Toegekende stoothoudspanning van materieel overspanningscategorieën.
Categorie I: 1,5 kV Gevoelige apparatuur die op de vaste installatie kunnen worden aangesloten.
Categorie II: 2,5 kV Op de vaste installatie aan te sluiten apparatuur.
Categorie III: 4 kV Vaste installatie en delen van de installatie waar een hogere beschikbaarheid van wordt verlangd dan van categorie II apparatuur.
In de aanwezigheid van een bliksembeveiligingsinstallatie (LPS) óf staalconstructie – gekoppeld aan de aardingsinstallatie – waar een ontlading op kan plaats vinden.
Type 1 SPD: Bliksemstroomafleider dient op de gebouwgrens – bij binnenkomst kabel – (LPZ 0a) gedaan te worden. Dit geldt als de elektrische leiding + aarding (bliksembeveiliging) afkomstig is vanuit LPZ 0a. Dit is voor wat betreft de laagspanning verdeelinrichtingen vaak de HVK. Let op: hier wordt een bliksemdeelstroom 10/350µs vereffend, waarbij de restspanning < 4kV is. Let op: de volgende stappen (Type 2 + eventueel Type 3) worden altijd uitgevoerd.
Type 1+2 SPD: Bliksemstroom- en overspanningafleider dient op de gebouwgrens – bij binnenkomst kabel – (LPZ 0a) gedaan te worden. Dit geldt als de elektrische leiding + aarding (bliksembeveiliging) afkomstig is vanuit LPZ 0a. Dit is voor wat betreft de laagspanning verdeelinrichtingen vaak de HVK. Let op: hier wordt een bliksemdeelstroom 10/350µs + inductie 8/20µs vereffend, waarbij de restspanning < 1,5kV is. Let op: de volgende stappen (Type 2 + eventueel Type 3) worden altijd uitgevoerd. Tegenwoordig wordt door toepassing van direct aangesloten apparatuur altijd een combi-afleider geplaatst, waarbij door de uiterst lage restspanning van 1,5kV karakteristiek Type1, 2 + 3 wordt gehaald (dit is uitsluitend bedoeld voor direct aangesloten apparatuur met een maximale kabel lengte van 5 meter).
Let op: als de bekabeling afkomstig van een door Type 2 of Type 1+2 beveiligde laagspanning verdeler binnen dezelfde zone blijft en deze leidingen zijn niet langer dan 15 meter is een SPD in de volgende laagspanningverdeler niet absoluut noodzakelijk.
Als er geen bliksembeveiligingsinstallatie aanwezig is, wordt Type 1 overgeslagen
Type 2 SPD: overspanningsbeveiliging vereffend overspanning afkomstig vanuit in het veld liggende bekabeling (LPZ0b) en afkomstig van inductie ná de HVK. Type 2 wordt toegepast op de hoofdrail en in de aanwezigheid van afgaande eindgroepen.
Type 3 SPD: overspanningsbeveiliging vereffend inductie ná de onderverdelers (en/ of eindgroep HVK) en wordt uitsluitend zo dicht mogelijk bij de verbruiker geplaatst.